Wist je dat het imposter-syndroom zich vaak verraderlijk sluipend aandient, zonder dat je het meteen doorhebt? Je bent ambitieus en succesvol, maar diep vanbinnen blijft twijfel aan je eigen kunnen knagen. Misschien vind je het lastig om trots te zijn op je prestaties, omdat je denkt dat anderen gewoon geluk hebben gehad. Of stel je belangrijke taken steeds uit uit angst om door de mand te vallen. Als je merkt dat je moeite hebt om positieve feedback te accepteren, je successen toe te schrijven aan hard werk, en constant bang bent om ontmaskerd te worden als bedrieger, is het mogelijk dat het imposter-syndroom een rol speelt in jouw leven.
1. Altijd het gevoel hebben dat je meer moet doen
Als je last hebt van het imposter-syndroom, heb je vaak het gevoel dat wat je ook doet, het nooit genoeg is. Je legt jezelf constant de lat hoger en blijft streven naar meer, zelfs als anderen je prestaties bewonderen.
2. Prestaties toeschrijven aan externe factoren
Je schrijft je successen toe aan geluk, toeval of externe omstandigheden in plaats van aan je eigen vaardigheden en inzet. Hierdoor twijfel je aan je eigen capaciteiten en voelt succes niet als iets wat je echt verdiend hebt.
3. Angst voor ontmaskering
De constante angst om door de mand te vallen en ontmaskerd te worden als een bedrieger, houdt je gevangen. Zelfs al heb je bewezen successen behaald, blijft die angst voor ontdekking aanwezig.
4. Succes voelt nooit echt verdiend
Ondanks dat je misschien bevestiging krijgt van anderen over je successen, blijft bij jou het gevoel hangen dat je geluk hebt gehad en dat het succes eigenlijk niet aan jouw inspanningen te danken is.
5. Faalangst ondanks eerdere successen
Zelfs wanneer je in het verleden successen hebt behaald, blijft de angst om te falen en door de mand te vallen aanwezig. Het idee dat je op een gegeven moment ontmaskerd zult worden, kan verlammend werken.
6. Perfectionisme nastreven
Je hebt de neiging om alles perfect te willen doen, tot in de kleinste details. Elke fout voelt voor jou als een persoonlijk falen, waardoor je enorm veel druk op jezelf legt.
7. Moeite met het aannemen van complimenten
Wanneer iemand jou een compliment geeft, sla je dit vaak af of relativeer je het belang ervan. Je gelooft niet echt dat je de lof waard bent die je ontvangt.
8. Overwerken om tekortkomingen te compenseren
Je bent vaak de laatste die het kantoor verlaat en werkt regelmatig overuren om te proberen eventuele fouten te corrigeren of om aan je eigen hoge standaarden te voldoen.
9. Vermijden van taken waarbij je beoordeeld wordt
Taken waarbij anderen jouw werk beoordelen of feedback geven, stel je zo lang mogelijk uit of vermijd je zelfs helemaal. De angst voor kritiek zit diep bij jou.
10. Sterk vergelijken met anderen
Je vergelijkt jezelf voortdurend met anderen en bent streng voor jezelf als je denkt dat zij beter presteren. Dit zorgt ervoor dat je eigen successen en kwaliteiten vaak worden onderschat.
11. Constant zelfkritiek hebben
Je bent altijd streng voor jezelf en legt de lat extreem hoog. Geen enkele prestatie is goed genoeg en je vindt altijd wel iets om jezelf op af te rekenen.
12. Het idee hebben nooit goed genoeg te zijn
Ondanks alle lof en successen, blijft het gevoel van ontoereikendheid aanwezig. Je twijfelt voortdurend aan je eigen capaciteiten en denkt dat anderen meer competent zijn dan jij.
13. Moeite met het claimen van je eigen expertise
Je hebt moeite om trots te zijn op je kennis en ervaring. Het voelt ongemakkelijk om jezelf als expert te profileren, ook al heb je bewezen dat je deskundig bent.
14. Gevoelens van bedrog bij promoties of prijzen
Wanneer je beloond wordt voor je werk, bekruipt het gevoel van bedrog je. Je vraagt je af of je de erkenning wel echt verdient en of anderen niet doorhebben dat je eigenlijk niet zo goed bent als ze denken.
15. Vermijden van het vragen om hulp
Je durft geen hulp te vragen, uit angst dat anderen zullen ontdekken dat je eigenlijk niet zo competent bent als je voordoet. Liever worstel je in stilte dan toe te geven dat je het niet alleen aankunt.
16. Bang om fouten te maken
Als je last hebt van het imposter-syndroom, ben je vaak bang om fouten te maken. Deze angst kan verlammend werken en ervoor zorgen dat je geen risico’s durft te nemen uit angst voor mislukking. Je legt de lat zo hoog voor jezelf dat elke kleine fout voelt als een bevestiging van je vermeende incompetentie.
17. Moeite met het stellen van grenzen
Personen die kampen met het imposter-syndroom hebben vaak moeite met het stellen van grenzen. Ze vinden het lastig om hun eigen behoeften en grenzen te erkennen en hierover te communiceren. Hierdoor lopen ze het risico overbelast te raken door constant over hun eigen grenzen te gaan om aan de verwachtingen van anderen te voldoen.
18. Downplayen van je eigen rol in teamverband
Als je het imposter-syndroom ervaart, heb je de neiging om je eigen bijdrage aan een team te minimaliseren. Ondanks dat je hard werkt en waardevol bent voor het team, ben je geneigd je prestaties te bagatelliseren en toeschrijven aan anderen. Dit komt voort uit het gevoel dat jouw bijdrage niet significant genoeg is.
19. Voortdurend jezelf opleiden om competent te blijven lijken
Mensen die last hebben van het imposter-syndroom voelen een constante druk om zichzelf bij te scholen en te blijven leren, zelfs als ze al zeer competent zijn in hun vakgebied. Dit komt voort uit de angst om door de mand te vallen en als ‘bedrieger’ ontmaskerd te worden. Hierdoor blijven ze investeren in extra opleidingen en trainingen om hun competenties te bewijzen.
20. Het idee hebben anders te zijn dan je collega’s
Indien je het gevoel hebt dat je anders bent dan je collega’s, kan dit een teken zijn van het imposter-syndroom. Je hebt het idee dat je niet op dezelfde golflengte zit als anderen in je werkomgeving, wat kan leiden tot isolatie en het gevoel dat je er niet helemaal bij hoort. Dit kan je onzeker maken over je eigen plaats binnen het team.